Analyse van het Wilhelmus
Een muzikale analyse is het (achter je bureau) ontleden van de verschillende muzikale aspecten van een muziekstuk. Door het stuk eerst van te voren grondig te bekijken (analyseren) voordat je een noot gaat spelen, krijg je meer inzicht in waar het stuk over gaat en waar voor jou de muzikale problemen of mogelijkheden gaan ontstaan. In dit voorbeeld zal ik Het Wilhelmus analyseren. Uit een spontane actie tijdens Corona-tijd werden veel muzikanten via Facebook uitgenodigd om op 4 mei 2020 Het Wilhelmus en de Taptoe buiten of uit het raam te spelen. Uit een korte enquete onder de deelnemers bleek dat de optredens beter hadden gekund met een uitgebreidere voorbereiding. Daar haak ik hier op in, door het Wilhelmus als voorbeeld te gebruiken.
Het Wilhelmus
Wat is de Vorm?
Kan je het opdelen in vaste delen? Bijvoorbeeld couplet, refrein, intro etc.
- Het Wilhelmus bestaat uit 4 regels, de eerste 2 zijn hetzelfde en de 3e en 4e regel zijn anders.
De vorm is dan A-A-B-C
Wat is de Toonsoort?
Welke toonsoort staat jouw partij? Welke kruizen en mollen staan aan de sleutel? En wat is de laatste noot? Majeur (vrolijk”) of mineur “droevig”?
- Bij de afgebeelde partij van Het Wilhelmus is de toonsoort G-majeur, met 1 kruis : de Fis in de een na laatste maat.
Wat is de maatsoort?
Hoeveel tellen gaan er in een maat? Meestal 4 of 3.
- Het Wilhelmus is een speciaal geval: de maatsoort wisselt nogal tijdens het stuk. Dat komt niet zo vaak voor, maar hier dus wel.
Wat betekent dat eigenlijk?
De eerste tel van een maat heeft altijd meer nadruk (harder) dan de andere tellen, dat noem je het Hoofdaccent. De 3e tel in een 4/4 maatsoort heeft ook een accent, maar dan zachter: een Nevenaccent. Dat ziet er zo uit:
EEEEEN twee Drie vier – EEEEEN twee Drie vier –etc.
Bij een 3/4 maat hoor je:
EEEEEN twee drie — EEEEEN twee drie — EEEEEN twee drie — etc.
Bij een geschreven tekst vallen de belangrijke lettergrepen dus op de 1e tel.
wil – HEL-mus va-an NasSOUwe, ben IK van duitsen BLOED. In dit geval zijn het niet de meest logische lettergrepen die de nadruk krijgen. Belangrijk om je dit bij de analyse te realiseren.
Let op: Bij dans-muziek wil je een constante doorgaande puls hebben EEEN-twee-Drie-vier, maar voor andere muzieksoorten hoeft dat niet altijd. Het Wilhelmus is dus niet echt dansmuziek, maar dat wisten we al…..
Heeft het stuk een Opmaat?
Het Wilhelmus begint met “een opmaat”. In dit geval een lettergreep voor de 1e tel van de eerste maat. Meestal beginnen de volgende muzikale zinnen dan ook met een opmaat, dat is hier ook het geval. De opmaat moet je dus zachter spelen dan de eerste tel die er na komt.
Wat is het Toonhoogte bereik?
Met name voor trompettisten check ik van tevoren altijd de hoogste noot. Dan weet je waar die zit en of je hem sowieso kan spelen.
- In dit geval de hoge E in de 3e regel. De hoogste noot is meestal ook het hoogtepunt of climax van het stuk. Hier is dat een beetje vreemd hoogtepunt op de “se” van “Prin-se” ?
Herhalingstekens
Zit er herhaling in? Eentje, tweetje, D.C., D.S. Coda?
- In Het Wilhelmus niet, wel 15 coupletten, maar we doen er meestal maar 2.
Articulatie
Staat er ergens staccato, legato, portato, marcato?
- In deze versie van het Wilhelmus zijn een paar maten melismatisch: 1 lettergreep op verschillende noten. Dat moet je dus legato spelen, ook al staat het niet zo duidelijk in de bladmuziek.
Tempo
Wat is het tempo: snel of langzaam?
Ken je het stuk of voorbeelden of staat het erbij op de bladmuziek?
- Het Wilhelmus is bedoeld om mee te zingen: niet te snel spelen
Wat is hier voor jou lastig?
Om het goed in te studeren moet je weten wat voor jou lastig is. Dat is het belangrijkste onderdeel en is voor iedereen anders. Uit ervaring noem ik hier enkele problemen die vaker aan de orde kwamen.
De meesten:
- doen de halve noot A in de laatste regel (den koning VAN) te kort.
- vergeten het kruis in de een na laatste maat
- spelen geen goede hoofd-accenten op elke eerste tel
- bereiden de hoogste noot (2e noot van de 3e regel niet goed voor: extra ademhalen in de rust van de 2e regel.
Als je weet wat voor jou lastig is in een stuk, dan kan je daar in je studie-plan meer tijd aangeven. Natuurlijk is het niet voor ieder stuk noodzakelijk om zo’n diepgaande analyse te maken, maar het helpt altijd!
Bekijk ook de analyse van “De Taptoe”
En de tips over het bereiken van een succesvol optreden.
Hulp nodig ? -> stuur een berichtje